Deuteronomy 11:12
12Een land, dat de Heere, uw God, bezorgt; de ogen des Heeren, uws Gods, zijn gedurig daarop, van het begin des jaars tot het einde des jaars. ▼▼ bezorgt; Hebreeuws, zoekt, nazoekt, of navraagt: menselijk van God gesproken. Want de mensen plegen te zoeken en te vragen naar hetgeen zij een bijzondere genegenheid toedragen. Vergelijk
Job 3:4;
Isa 62:2.