Deuteronomy 11:14

14Zo zal Ik den regen uws lands geven te zijner tijd, vroegen regen en spaden regen, opdat gij uw koren, en uw most, en uw olie inzamelt.
 Zo zal Ik den regen Hier voert Mozes God zelven in, aldus sprekende.
,
 lands geven te Zijner tijd, Dat is, uw land vereisen zal.
,
 vroegen regen Dien God gaf, nadat het land bebouwd en bezaaid was, om het zaad uit de aarde te doen opschieten.
,
 spaden regen, Die kort vóór den oogst viel, om de vruchten zwaar en rijp te maken. Zie Jer 5:24; Hos 6:3; Joe 2:23; Jam 5:7.
Copyright information for DutSVVA