Deuteronomy 12:17-18

17Gij zult in uw poorten niet mogen eten de tienden van uw koren, en van uw most, en van uw olie, noch de eerstgeboorten van uw runderen en van uw schapen, noch enige uwer geloften, die gij zult hebben beloofd, noch uw vrijwillige offeren, noch het hefoffer uwer hand.
 van uw koren, Zie van de tienden Lev 27:30.
18Maar gij zult dat eten voor het aangezicht des Heeren, uws Gods, in de plaats, die de Heere, uw God, verkiezen zal, gij, en uw zoon, en uw dochter, en uw dienstknecht, en uw dienstmaagd, en de Leviet, die in uw poorten is; en gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht des Heeren, uws Gods, over alles, waaraan gij uw handen geslagen hebt.
 waaraan gij uw handen geslagen hebt Zie boven, vs.7, en onder, Deu 15:10.
Copyright information for DutSVVA