Deuteronomy 2:8
8Als wij nu doorgetrokken waren van onze broederen, de kinderen van Ezau, die in Seir woonden, van den weg des vlakken velds, van Elath, en van Ezeon-geber, zo keerden wij ons, en doortogen den weg der woestijn van Moab. ▼▼ Elath, Elath en Ezeongeber worden beide door sommigen gesteld dicht bij de Schelfzee, gemeenlijk genoemd het Rode meer.
Copyright information for
DutSVVA