Deuteronomy 24:6

6Men zal beide molenstenen, immers den bovensten molensteen, niet te pand nemen; want hij neemt de ziel te pand.
 molenstenen, Dit schijnt te zien op de handmolens, die men vanouds in huisgezinnen placht te hebben. Vergelijk Exo 11:5; Num 11:8; Jer 25:10.
,
 bovensten molensteen, Want de bovenste steen moet malen.
,
 hij neemt Die zulks doet.
,
 de ziel te pand Dat is, het leven. Versta, hetgeen waarvan de mens leven of zich onderhouden moet.
Copyright information for DutSVVA