Deuteronomy 25:5
5Wanneer broeders samenwonen, en een van hen sterft, en geen zoon heeft, zo zal de vrouw des verstorvenen aan geen vreemden man daarbuiten geworden; haar mans broeder zal tot haar ingaan, en nemen haar zich ter vrouwe, en doen haar den plicht van eens mans broeder. ▼ , ▼▼ aan geen vreemden man daarbuiten geworden; Versta, buiten den familie van haar gestorven man zal zij niet mogen trouwen of iemand ter vrouw worden.
,
▼
Copyright information for
DutSVVA