Deuteronomy 25:5

5Wanneer broeders samenwonen, en een van hen sterft, en geen zoon heeft, zo zal de vrouw des verstorvenen aan geen vreemden man daarbuiten geworden; haar mans broeder zal tot haar ingaan, en nemen haar zich ter vrouwe, en doen haar den plicht van eens mans broeder.
 een van hen sterft, Anders, de eerste; dat is, de eerstgeborene of de oudste onder velen, ja ook de naaste bloedverwant onder velen. Vergelijk Gen 38:6, enz; Ruth 3, en Mat 22:24, enz.
,
 aan geen vreemden man daarbuiten geworden; Versta, buiten den familie van haar gestorven man zal zij niet mogen trouwen of iemand ter vrouw worden.
,
 nemen haar zich ter vrouw, Wel verstaande, zo hij ongetrouwd is. Zie de wet Lev 18:18.
Copyright information for DutSVVA