Deuteronomy 26:19

19Opdat Hij u alzo boven al de volken, die Hij gemaakt heeft, hoog zette, tot lof, en tot een naam, en tot heerlijkheid; en opdat gij een heilig volk zijt den Heere, uw God, gelijk als Hij gesproken heeft.
 hoog zette, U alzo doen uitsteken, dat gij boven alle volken geroemd, vermaard en verheerlijkt zijt, en dat tot prijs en heerlijkheid van Gods hogen en heerlijken naam, die de enige auteur is van allen genadigen, zo geestelijken als lichamelijken zegen. Vergelijk onder, Deu 28:1, en boven, Deu 10:21; 2Sa 7:23; Jer 33:9, enz.
,
 heerlijkheid; Of, sieraad, smuk.
Copyright information for DutSVVA