Deuteronomy 28:30
30Gij zult een vrouw ondertrouwen, maar een ander zal haar beslapen ; een huis zult gij bouwen, maar daarin niet wonen; een wijngaard zult gij planten, maar dien niet gemeen maken. ▼▼ gemeen maken Dat is, geen vruchten daarvan voor u mogen genieten. Zie boven,
Deu 20:6, en vergelijk
Deu 22:9.