Deuteronomy 29:18

18Dat onder ulieden niet zij een man, of vrouw, of huisgezin, of stam, die zijn hart heden wende van den Heere, onzen God, om te gaan dienen de goden dezer volken; dat onder ulieden niet zij een wortel, die gal en alsem drage;
 gal en alsem drage; Of, vergif, een vergiftig kruid; dat is, werken voortbrengt, die voor God gruwelijk zijn en den mens bitter [gelijk men zegt] opbreken, en als een dodelijk vergif zijn. Zie wijders Psa 69:22.
Copyright information for DutSVVA