Deuteronomy 30:1
1Voorts zal het geschieden, wanneer al deze dingen over u zullen gekomen zijn, deze zegen of deze vloek, die ik u voorgesteld heb; zo zult gij het weder ter harte nemen, onder alle volken, waarheen u de Heere, uw God, gedreven heeft; ▼▼ deze zegen Eerst de zegen op de gehoorzaamheid en daarna de vloek op de ongehoorzaamheid, zodat gij beide ondervonden zult hebben.
,
▼
,
▼▼ weder ter harte nemen, Hebreeuws, doen wederkeren, tot aan, of in uw hart. Vergelijk boven, Deu 4:29-30, enz. Aldaar hebt gij een gelijke profetie als hier en in het volgende. Anders, en gij het weder ter harte zult genomen hebben.
Copyright information for
DutSVVA