Deuteronomy 31:2

2En zeide tot hen: Ik ben heden honderd en twintig jaren oud; ik zal niet meer kunnen uitgaan en ingaan; daartoe heeft de Heere tot mij gezegd: Gij zult over deze Jordaan niet gaan.
 honderd en twintig jaren oud; Hebreeuws, een zoon van honderd en twintig jaar
,
 uitgaan en ingaan; Dat is, mijn ambt, gelijk tevoren, onder u bedienen. Zie Num 27:16-17. Vergelijk boven, Deu 28:6.
Copyright information for DutSVVA