Deuteronomy 32:1

1Neig de oren, gij hemel, en ik zal spreken; en de aarde hore de redenen mijns monds.
 gij hemel, Zulk een aanspraak der onvernuftige schepselen diende tot Israëls overtuiging en beschaming. Vergelijk boven, Deu 4:26.
,
 de aarde hore de redenen Of, gij aarde, hoor.
Copyright information for DutSVVA