Deuteronomy 32:19
19Als het de Heere zag, zo versmaadde Hij hen, uit toornigheid tegen zijn zonen en zijn dochteren. ▼▼ toornigheid Hebreeuws, toorn zijner zonen en zijner dochteren; dat is, waarmede Hij tegen hen vertoornd was. Vergelijk
Jer 7:29;
Joe 3:19;
Oba 1:10, enz. Anders, die zijn zonen en zijn dochters verwekt hadden.