Deuteronomy 33:23
23En van Nafthali zeide hij: O Nafthali! wees verzadigd van de goedgunstigheid, en vol van den zegen des Heeren; bezit erfelijk het westen en het zuiden. ▼▼ goedgunstigheid, Van gaven, die uit de gunst en den zegen des Heeren voortkomen.
,
▼▼ westen en het zuiden Hebreeuws, de zee; omdat de Middellandse zee ten westen van Kanaän gelegen was. Zie
Gen 12:8.