Deuteronomy 33:29

29Welgelukzalig zijt gij, o Israël! wie is u gelijk? gij zijt een volk, verlost door den Heere, het Schild uwer hulp, en Die een Zwaard is uwer hoogheid; daarom zullen zich uw vijanden geveinsdelijk aan u onderwerpen, en gij zult op hun hoogten treden!
 het Schild uwer hulp, Of, uw schild der hulp; dat is, uw helpend schild; gelijk Psa 2:6
,
  Zwaard is uwer hoogheid; Die voor u vecht om u te verhogen.
,
 geveinsdelijk aan u onderwerpen, Zullen gedwongen worden zich u te onderwerpen, alhoewel zij het van harte niet zullen menen. Zie 2Sa 22:45; Psa 18:45, en vergelijk Psa 66:3, en Psa 81:16.
,
 hun hoogten treden Zie boven, Deu 32:13.
Copyright information for DutSVVA