Deuteronomy 4:19
19Dat gij ook uw ogen niet opheft naar den hemel, en aanziet de zon, en de maan, en de sterren, des hemels ganse heir; en wordt aangedreven, dat gij u voor die buigt, en hen dient; dewelke de Heere, uw God, aan alle volken onder den gansen hemel heeft uitgedeeld. ▼▼ dewelke de HEERE uw God, Dat is, omdat zij geen god, maar Gods schepselen zijn, die Hij tot algemeen gebruik en dienst der mensen geschapen heeft.
Copyright information for
DutSVVA