Ecclesiastes 10:8

8Wie een kuil graaft, zal daarin vallen; en wie een muur doorbreekt, een slang zal hem bijten.
 Wie een kuil graaft Dat is, wie tegen iemand anders ongelijk berokkent, die zal het kwalijk gaan door Gods rechtvaardig oordeel. Salomo wijst in dit en in het Pro 10:9 , aan, met vier gelijkenissen, hoe schadelijk de onvoorzichtigheid is. Zie Psa 62:4 .
,
 een slang zal hem bijten De slangen liggen gemeenlijk in de reten en spleten, of in de gaten der muren; als men de muren afbreekt, zo komen zij te voorschijn en bijten of steken degenen, die zij het eerst vinden. Het schijnt dat Salomo hier wil zeggen dat zij, die de wetten en ordinantien der kerk, of politieke wetten verbreken, niet ongestraft zullen blijven.
Copyright information for DutSVVA