Ecclesiastes 8:3

3Haast u niet weg te gaan van zijn aangezicht; blijf niet staande in een kwade zaak; want al wat hem lust, doet hij.
 van zijn aangezicht; Te weten des koning; te weten uit ongeduld, als hij u wat beveelt, dat u niet behaagt; met uw haastig weggaan te kennen gevende dat gij weigerig zijt te doen wat u de koning beveelt. Anders: weg te gaan; dat is, uit zijn dienst te treden en hem verlaten. Sommigen verstaan dit en hetgeen volgt van God.
,
 blijf niet staande Dat is, houd u aan geen kwade zaken en sta ze niet toe. Zie de aantekening 2Ki 23:3 . Of blijf niet halsstarrig in het weigeren van het bevel des konings.
,
 al wat Zodat hij zich, wanneer het hem belieft, aan u wreken kan, en toornig zijnde, zou hij u lichtelijk straffen.
,
 hem lust, doet hij Te weten, den koning.
Copyright information for DutSVVA