Ephesians 1:7-9

7In Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade,
 In Welken wij Namelijk geliefden Zoon Jezus Christus. Want gelijk wij van eeuwigheid in Hem zijn uitverkoren tot de zaligheid en tot de middelen der zaligheid, gelijk in vs.4-6 gezegd is, alzo is ook de uitvoering van dit eeuwige voornemen Gods in Hem en door Hem te zijner tijd volbracht.
,
 de verlossing Het Griekse woord betekent eigenlijk ene verlossing, die door betaling van rantsoen of prijs geschiedt. Zie Mat 20:28; 1Co 6:20; 1Pe 1:18, enz.
,
 door Zijn bloed, Dat is, Zijn bloedige offerande aan het kruis volbracht; Heb 9:12, enz.
,
 de vergeving Namelijk welke de eerste vrucht is van deze verlossing voor degenen, die haar door het geloof zich toeëigenen; Rom 3:24-25; waarop de eeuwige zaligheid volgt; Rom 8:30.
,
 den rijkdom Zijner Dat is, Zijn overgrote en overvloedige genade; Rom 2:4; Eph 2:7.
8Met welke Hij overvloedig is geweest over ons in alle wijsheid en voorzichtigheid;
 overvloedig is Namelijk wanneer Hij ons door Zijn Evangelie en door Zijnen Geest zulks heeft geopenbaard, gelijk in vs.9 verklaard wordt.
,
 in alle wijsheid Dit verstaan sommigen van de wijsheid Gods, die Hij gebruikt in het uitdelen van deze weldaden, maar wordt bekwamelijker genomen voor de wijsheid, waarmede ons God begaaft door het Evangelie, namelijk de kennis van Hem en van Jezus Christus onzen Middelaar. Zie Joh 17:3; 1Co 1:24, en 1Co 1:6-7.
,
 voorzichtigheid; Of, wetenschap, welke is een deugd, waardoor onze wijsheid met beleid gebruikt wordt tot Gods eer en des naasten stichting.
9Ons bekend gemaakt hebbende de verborgenheid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had in Zichzelven.
 de verborgenheid Dat is, den heimenlijken raad Gods van onze verlossing door Christus, die geen mens van nature bekend is; gelijk ook een deel daarvan is hetgeen in vs.10 wordt verhaald. Zie 1Co 2:8; Eph 3:9; Col 1:26; 1Ti 3:16, enz.
,
 voorgenomen had Of, voorgesteld; dat is, zonder daartoe door iets buiten Hem bewogen te zijn, of iets in de mensen te hebben voorzien, dat Hem daartoe zou hebben kunnen bewegen, maar heeft dezen raad alleen genomen uit Zijn eigene wijsheid, genade en barmhartigheid; Rom 11:34-36.
Copyright information for DutSVVA