Ephesians 2:2

2In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid;
 eertijds gewandeld Namelijk vóór uwe bekering tot het geloof in Christus.
,
 naar de eeuw Dat is, naar de algemene wijze van leven der wereldse mensen.
,
 naar den overste Dat is, naar den wil en ingeving des oversten.
,
 van de macht Dat is, des Satans, gelijk terstond verklaard wordt, die zo genaamd wordt omdat hij een geestelijk wezen heeft, en nog grote macht in het bewegen der lucht heeft behouden, gelijk uit de historie van Job-blijkt , en die uit de lucht den gelovigen nog gedurigen strijd aandoet; Eph 6:12; 1Pe 5:8.
,
 die nu werkt in Dat is, door zijne werkingen en ingevingen leidt waar hij wil. Het woordje nu, doet hij daarbij, omdat de Satan deze zijne werking en heerschappij, die hij over hen allen tevoren gebruikt had, nu in de gelovigen had verloren, hoewel hij hen nog bestreed, maar zijne macht alleen in de ongelovigen had behouden; 2Co 4:3-4; 2Th 2:9-10.
,
 de kinderen der De ongelovige mensen, die het Evangelie ongehoorzaam zijn, Eph 5:6; Col 3:6, worden ook anders kinderen Belials genaamd. Zie Deu 13:13.
Copyright information for DutSVVA