Ephesians 3:17-19

17Opdat Christus door het geloof in uw harten wone, en gij in de liefde geworteld en gegrond zijt;
 in uw harten Dat is, geduriglijk met Zijne werkingen blijve, gelijk Joh 6:56, en Joh 14:23.
,
 de liefde Namelijk tegen God en uwen naaste, welke een onderscheidelijke vrucht en metgezel des geloofs is; 1Co 13:1; Gal 5:6. Anderen nemen het voor de liefde waarmede ons God liefheeft.
,
 geworteld Dat is, bevestigd zijt, gesterkt zijt.
18Opdat gij ten volle kondet begrijpen met al de heiligen, welke de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte zij,
 de breedte, Dat is, de uitnemende waardigheid en ondoorgrondelijkheid van het werk onzer verlossing door Christus; ene gelijkenis, genomen van den landmeters, die, om enig werk of gebouw volkomenlijk te kennen, deze zaken plegen af te meten en bijeen te overleggen.
19En bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al de volheid Gods.
 de kennis Namelijk van alle natuurlijke mensen, die wij alleen door den Geest van Christus, naar de mate der gave van Christus, hier kunnen bekennen, zoveel ons nodig is ter zaligheid, maar hiernamaals eerst ten volle begrijpen zullen. Zie 1Co 2:9, enz. en 1Co 13:9, enz.
,
 de volheid Gods Dat is, der kennis en der werking Gods, niet waarmede God vervuld is, maar die Hij ons hier wil mededelen. Zie Eph 4:12-13.
Copyright information for DutSVVA