Ephesians 4:24

24En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
 den nieuwen Alzo noemt de apostel de wedergeboorte of vernieuwing der mensen, bestaande in de verlichting des verstands, en verandering van den wil tot heiligheid en rechtvaardigheid, in welke het beeld Gods bestaat, waarvan het laatste hier wordt uitgedrukt, en het eerste hierna, Col 3:10, van den apostel zal uitgedrukt worden.
,
 aandoen, De apostel vergelijkt hier deze vernieuwing des mensen bij een nieuw kleed, gelijk vs.22 de natuurlijke verdorvenheid bij een oud verdorven kleed, hetwelk hij zegt dat de gelovigen moeten afleggen en het nieuwe aandoen; omdat zij nu door den Geest Gods wedergeboren zijnde, in beide meer en meer moeten voortgaan en toenemen, door het gebruik der middelen, die God daartoe heeft geordineerd; namelijk met kloekmoediglijk tegen de zonde door den Geest Gods te strijden, Rom 8:13, en de gave Gods te verwekken, 2Ti 1:6-7. Gods woord naarstiglijk te horen en overleggen, Psa 1:2; 2Ti 3:16-17, de sacramenten waardiglijk te gebruiken, 1Co 11:17-18, enz., ijverige gebeden tot God te storten, Eph 6:18, en dergelijke. Zie ook Joh 15:2; 1Co 9:25-26, enz.
,
 in ware rechtvaardigheid Grieks in rechtvaardigheid en heiligheid der waarheid.
Copyright information for DutSVVA