Ephesians 5:25-27

25Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelven voor haar heeft overgegeven;
 overgegeven; Namelijk in den dood.
26Opdat Hij haar heiligen zou, haar gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord;
 heiligen zou, Dat is, afzonderen zou van alle wereldse mensen, en zich alleen toeëigenen. Waarmede de apostel te kennen geeft, dat ook de mannen hunne vrouwen heilig tot zich moeten nemen, en van alle wereldse wulpsheden en schandvlekken vrijhouden.
,
 met het bad Dat is, door Zijn bloed en Geest, waarvan het bad des waters in den doop een teken en zegel is, en meteen een middel, waardoor de Geest Gods deze reiniging meer en meer versterkt. Zie Mat 3:11; 2Co 3:3; 1Pe 3:21.
,
 door het Woord; Grieks, in het woord.
27Opdat Hij haar Zichzelven heerlijk zou voorstellen, een Gemeente, die geen vlek of rimpel heeft, of iets dergelijks, maar dat zij zou heilig zijn en onberispelijk.
 Opdat Hij haar Hierdoor wordt het einde van de reiniging door het bloed en den Geest van Christus verstaan; waarvan het beginsel in de gelovigen ook in dit leven wordt teweeg gebracht, en de uiterste volbrenging hiernamaals, wanneer de gemeente van Christus van haren bruidegom Christus tot deze geestelijke bruiloft ten volle zal bereid zijn. Zie Son 2:14, en Son 4:7; Rev 19:7.
Copyright information for DutSVVA