Ephesians 6:12
12Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. ▼ , ▼ , ▼▼ overheden, De apostel geeft hier den Satan en zijnen engelen deze titels, niet omdat zij van God tot rechte oversten en regeerders der wereld gesteld zijn, gelijk God den dienst der goede engelen dikwijls gebruikt, Eph 1:21, en Eph 3:10, maar omdat zij hunne macht, die de goede engelen van God hebben, en dezen door hunnen val verloren hebben, nochtans als tyrannen met list en geweld over de verdorven en boze wereld nog gebruiken; en dat door een rechtvaardig oordeel Gods hun hetzelve, tot straf der kwaden en een oefening der goeden, voor enen tijd wordt toegelaten. Zie 2Co 4:4; 2Th 2:9-10. Zie ook de aantekeningen Eph 2:2.
,
▼
,
▼▼ de geestelijke boosheden Grieks, de geestelijke der boosheid; dat is, geesten, die tot alle boosheid zijn genegen, en de mensen daartoe ook zoeken te brengen.
,
▼▼ in de lucht Grieks, in de hemelse, of, overhemelse plaatsen; en wordt dit woord hier anders verstaan dan in de andere plaatsen van dezen brief, omdat de lucht somwijlen hemel wordt genaamd, Lev 26:19; Mat 6:26, en de apostel noemt hier voor, hfdst. 2:2, den Satan uitdrukkelijk den overste der macht van de lucht; want dat de Satan gene plaats noch macht meer heeft in den rechten hemel, blijkt uit 2Pe 2:4; Jud 1:6; Rev 12:8, enz.
Copyright information for
DutSVVA