Esther 1:14

14De naasten nu bij hem waren Carsena, Sethar, Admatha, Tharsis, Meres, Marsena, Memuchan, zeven vorsten der Perzen en der Meden, die het aangezicht des konings zagen, die vooraan zaten in het koninkrijk),
 naasten nu Anders, te weten, tot de naasten bij hem Carsena, enz. Versta, dat deze vorsten naast bij een koning zaten, of dat zij de grootgeachtsten bij den koning waren.
,
 zeven vorsten Ezr 7:14 worden zij genoemd zeven raadsheren des konings.
,
 die het aangezicht des konings zagen, Dat is, die dagelijks bij en omtrent den koning waren; zie de aantekening 2Ki 25:19 , en Ezr 7:14 . Als de koning op iemand vertoornd was, die mocht zijn aangezicht niet zien, gelijk blijkt, onder, Est 7:8 .
,
 vooraan zaten Of, boven aan.
Copyright information for DutSVVA