Esther 3:8

8Want Haman had tot den koning Ahasveros gezegd: Er is een volk, verstrooid en verdeeld onder de volken in al de landschappen uws koninkrijks; en hun wetten zijn verscheiden van de wetten aller volken; ook doen zij des konings wetten niet; daarom is het den koning niet oorbaar hen te laten blijven.
 had tot den koning Te weten, eer hij het lot wierp; want dit zou vergeefse moeite geweest zijn, ten ware dat hij eerst consent van den koning gehad had om de Joden uit te roeien.
,
 doen zij des konings wetten niet; Dit zegt hij daarom, omdat Mordechai den koning niet gehoorzaamde in Haman te aanbidden. En hetgeen Mordechai tegen hem alleen misdaan had, dat legt Haman hier al den Joden ten last, en beschuldigt hen, alsof zij altegaar al de wetten des konings verachttten.
,
 hen te laten blijven Te weten, in het koninkrijk, of in het leven, maar zij dienen uitgeroeid te wezen.
Copyright information for DutSVVA