Exodus 10:16-17

16Toen haastte Farao, om Mozes en Aäron te roepen, en zeide: Ik heb gezondigd tegen den Heere, uw God, en tegen ulieden.
 tegen den HEERE, uw God, Tegen den Heere, dien ik ongehoorzaam ben geweest; en tegen ulieden, die ik zo onbeleefd verstoten heb.
17En nu vergeeft mij toch mijn zonde alleen ditmaal, en bidt vuriglijk tot den Heere, uw God, dat Hij slechts dezen dood van mij wegneme.
 alleen ditmaal, Alsof hij zeide: indien ik mij na dezen wederom vergrijp, zo bidt niet meer voor mij.
,
 dezen dood van mij wegneme Dat is, dodelijke plaag, die alles verderft en ons van honger en kommer zal doen sterven; zo staat er 2Ki 4:40
,
  De dood is in den pot; dat is, dodelijke kruiden.
Copyright information for DutSVVA