Exodus 14:31
31Ook zag Israël de grote hand, die de Heere aan de Egyptenaren bewezen had; en het volk vreesde den Heere, en geloofde in den Heere, en aan Mozes, Zijn knecht. ▼▼ de grote hand, Dat is, het voortreffelijk en krachtig werk des Heeren, gelijk
Psa 109:27.
,
▼▼ bewezen had; Hebreeuws, gedaan.
,
▼▼ en aan Mozes, Zijn knecht Dat is, zij geloofden het woord, hetwelk Mozes in den naam Gods tot hen sprak, gelijk
Exo 19:9, en
2Ch 20:20. De manier van spreken in het Hebreeuws is wel enerlei, maar het onderscheid wordt genomen uit de natuur van de zaak.