Exodus 17:1-7

1Daarna toog de ganse vergadering van de kinderen Israëls, naar hun dagreizen, uit de woestijn Sin, op het bevel des Heeren, en zij legerden zich te Rafidim. Daar nu was geen water voor het volk om te drinken.
 hun dagreizen, Hun dagreizen waren dezen: van Sira tot Dofka, van Dofka tot Alus, van Alus tot Rafidim, Num 33:12-14. Mozes verhaalt in dit hfdst. niet al de reizen, noch rustplaatsen des volks, maar die alleen, waarin wat zonderlings geschied is.
,
 op het bevel des HEEREN, Hebreeuws, op, of, naar den mond.
,
 Rafidim. Rafidim is een plaats in de woestijn bij den berg Horeb. Dit was de elfde legerplaats.
2Toen twistte het volk met Mozes, en zeide: Geeft gijlieden ons water, dat wij drinken! Mozes dan zeide tot hen: Wat twist gij met mij? Waarom verzoekt gij den Heere?
 gijlieden ons water, Te weten, gij Mozes en Aäron.
,
 verzoekt gij den HEERE? Te weten, door uw ongelovigheid, want zij twijfelden of ook de HEERE bij hen was, vs.7, hetwelk zij wilden, dat Hij door mirakelen zou doen blijken. Dit is God verzoeken; Psa 78:18; Mat 16:1.
3Toen nu het volk aldaar dorstte naar water, zo murmureerde het volk tegen Mozes, en het zeide: Waartoe hebt gij ons nu uit Egypte doen optrekken, opdat gij mij, en mijn kinderen, en mijn vee, van dorst deedt sterven?
 het volk tegen Mozes, Niet al het volk, maar enige boze mensen.
4Zo riep Mozes tot den Heere, zeggende: Wat zal ik dit volk doen? Er feilt niet veel aan, of zij zullen mij stenigen.
 feilt niet veel aan, Hebreeuws, nog een weinigje, en zij zullen mij stenigen. Met dergelijke woorden bedreigden zij Mozes ook, Num 14:10.
5Toen zeide de Heere tot Mozes: Ga heen voor het aangezicht des volks, en neem met u uit de oudsten van Israël; en neem uw staf in uw hand, waarmede gij de rivier sloegt, en ga heen.
 Ga heen voor het aangezicht des volks, Te weten, naar den berg Horeb.
,
 uit de oudsten van Israël; Opdat zij getuigen mogen zijn van hetgeen er geschieden zal.
,
 waarmede gij de rivier sloegt, Dat is, waarmede gij Aäron geboden hebt te slaan.
6Zie, Ik zal aldaar voor uw aangezicht op de rotssteen in Horeb staan; en gij zult op den rotssteen slaan, zo zal er water uitgaan, dat het volk drinke. Mozes nu deed alzo voor de ogen der oudsten van Israël. 7En hij noemde den naam dier plaats Massa en Meriba, om den twist der kinderen Israëls, en omdat zij den Heere verzocht hadden, zeggende: Is de Heere in het midden van ons, of niet?
 Massa Dat is, verzoeking.
,
 Meriba, Dat is, twist. Zie van een ander Meriba, Num 20:13.
Copyright information for DutSVVA