Exodus 2:20-21

20En hij zeide tot zijn dochters: Waar is hij toch, waarom liet gij den man nu gaan? roept hem, dat hij brood ete.
 dochters Dat is, nichten, gelijk te zien is Num 10:29; zie de aantekeningen op 1Ch 1:50.
,
 nu gaan? Te weten, nu het zo laat op den dag is.
,
 brood ete Dat is, dat hij maaltijd houde; zie Gen 31:54.
21En Mozes bewilligde bij den man te wonen; en hij gaf Mozes zijn dochter Zippora;
 dochter Zippora; Zijn nicht, te weten, de dochter van zijn zoon Jethro, Exo 3:1.
Copyright information for DutSVVA