Exodus 4:21

21En de Heere zeide tot Mozes: Terwijl gij heentrekt, om weder in Egypte te keren, zie toe, dat gij al de wonderen doet voor Farao, die Ik in uw hand gesteld heb; doch Ik zal zijn hart verstokken, dat hij het volk niet zal laten gaan.
 die Ik in uw hand gesteld heb; Dat is, die Ik willens ben door uw dienst en mijn macht te doen.
,
 verstokken, Anders, verstijven, verharden; alzo namelijk, dat Ik hem mijn genade onthouden en hem aan zijn bozen wil en lusten overgeven zal, zodat hij door zijn eigen boosheid, en door des duivels ingeven, en uit zulke wonderheden, oorzaak en aanleiding nemen zal, des te meer mijn geboden tegen te staan. Zie dergelijke manier van spreken onder, Exo 10:1, en Deu 2:30; Jos 11:20.
Copyright information for DutSVVA