Exodus 7:1-3
1Toen zeide de Heere tot Mozes: Zie, Ik heb u tot een God gezet over Farao; en Aäron, uw broeder, zal uw profeet zijn. ▼ , ▼ 2Gij zult spreken alles, wat Ik u gebieden zal; en Aäron, uw broeder, zal tot Farao spreken, dat hij de kinderen Israëls uit zijn land trekken laat. ▼▼ spreken alles, wat Ik u gebieden zal; Te weten tot Aäron.
3Doch Ik zal Farao’s hart verharden; en Ik zal Mijn tekenen en Mijn wonderheden in Egypteland vermenigvuldigen. ▼
Copyright information for
DutSVVA