Ezekiel 12:6

6Voor hun ogen zult gij het op de schouders dragen, in donker zult gij het uitbrengen; uw aangezicht zult gij bedekken, dat gij het land niet ziet; want Ik heb u den huize Israëls tot een wonderteken gegeven.
 Voor hun ogen Zie boven vs.3.
,
 uw aangezicht zult gij bedekken, Dit betekent dat de koning Zedekia zo snellijk en verslagen zou vluchten om de handen der Chaldeën te ontkomen, dat hij het land door hetwelk hij vluchtte, kwalijk zou zien. Daarna dat Zedekia zijn gezicht benomen zou worden door de verblinding zijner ogen, alzo dat hij het land van Babel niet zou zien. Zie de vervulling, 2Ki 25:7 ; Jer 39:7 , en Jer 52:11 . Ook is bedekking van het aangezicht een teken geweest van schande en droefheid, die men alrede heeft, en van zwarigheid, die te verwachten is. Vergelijk 2Sa 15:30 ; Est 7:8 ; Jer 14:3 .
,
 wonderteken gegeven Te weten om te betekenen wat toekomende was, namelijk de ondergang van den koning Zedekia en van de stad Jeruzalem. Alzo onder vs.11, Eze 24:24 . Vergelijk Psa 71:7 , met de aantekening.
Copyright information for DutSVVA