Ezekiel 13:13-14

13Daarom alzo zegt de Heere Heere: Ja, Ik zal hem door een groten stormwind in Mijn grimmigheid splijten, en er zal een overstelpende plasregen zijn in Mijn toorn, en grote hagelstenen in Mijn grimmigheid, om dien te verdoen.
 hem Te weten dien lemen wand.
,
 om dien te verdoen Hebreeuws, tot vernieling.
14Zo zal Ik den wand afbreken, dien gijlieden met loze kalk gepleisterd hebt, en zal hem ter aarde nederwerpen, dat zijn grond zal ontdekt worden; alzo zal de stad vallen, en gij zult in het midden van haar omkomen; en gij zult weten, dat Ik de Heere ben.
 ter aarde nederwerpen, Hebreeuws, aan de aarde doen genaken.
,
 zijn grond zal ontdekt worden; Dat is, tot den grond tot zal hij uitgeroeid worden. Zie dezelfde manier van spreken Psa 137:7 ; Mic 1:6 ; Hab 3:13 ; vergelijk 2Sa 22:16 .
,
 de stad vallen, Namelijk Jeruzalem.
,
 gij zult in het midden van haar omkomen; Te weten gij Joden.
Copyright information for DutSVVA