Ezekiel 13:6-7

6Zij zien ijdelheid en leugenachtige voorzegging, die daar zeggen: De Heere heeft gesproken, daar de Heere hen niet gezonden heeft; en zij geven hope van het woord te zullen bevestigen.
 Zij zien Te weten de valse profeten, die Ezechiël in den tweeden persoon toegesproken had, vs.5, van wie hij nu spreekt in den derden persoon, alsook boven vs.4. Zie van dergelijke verandering in persoon, Job 18:4 .
,
 ijdelheid Zie boven Eze 12:24 .
,
 leugenachtige voorzegging, Hebreeuws, voorzegging der leugen.
,
 woord te zullen bevestigen Of, de zaak, te weten die zij als ene profetie van God voortkomende valselijk uitgegeven hebben.
7Ziet gij niet een ijdel gezicht, en spreekt een leugenachtige voorzegging, als gij zegt: De Heere spreekt, daar Ik niet gesproken heb?
 Ziet gij niet Deze vraag verzekert sterkelijk.
,
 ijdel gezicht, Hebreeuws, een gezicht der ijdelheid, alzo boven Eze 12:24 . Zie de aantekening.
,
 een leugenachtige voorzegging, Hebreeuws, ene voorzegging der leugen.
,
 zegt Te weten tot het volk.
,
 Ik niet gesproken heb? Namelijk Ik de Heere.
Copyright information for DutSVVA