Ezekiel 16:20-21

20Verder hebt gij uw zonen en uw dochteren, die gij Mij gebaard hadt, genomen, en hebt ze denzelven geofferd om te verteren; is het wat kleins van uw hoererijen,
 Mij gebaard hadt, Te weten die mij toekwamen uit kracht van het verbond, dat Ik met u en uw zaad gemaakt heb. Want hoewel het Joodse volk God verlaten had en waardig was van God verlaten te worden, nochtans dewijl dit nog niet geschied was, genereerde het kinderen, die Hij ook door de besnijdenis voor de zijnen nog waardigde te kennen, niet willende de kinderen om de misdaad der ouders straffen. Alzo onder Eze 23:37 .
,
 hun geofferd Te weten afgoden en beelden.
,
 om te verteren; Dat is opdat zij die met het vuur verslinden zouden.
,
 is het wat kleins van uw hoererijen, Te weten in uwe ogen, of oordeel, dat gij zulke gruwelen doet als in het voorgaande en volgende verhaald worden, voortkomende uit uwe hoererij?
21Dat gij Mijn kinderen geslacht hebt, en hebt ze overgegeven, als gij dezelve voor hen door het vuur hebt doen gaan?
 geslacht hebt, Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk kelen, of de keel afsteken, Lev 1:5 ; maar hier wordt het enkel genomen voor doden; mits door het vuur te doen gaan. Zie Lev 18:21 ; 2Ki 23:10 ; 2Ch 28:3 , en onder Eze 23:37 .
,
 voor dezen door het vuur hebt doen gaan? Dat is ter ere der afgoden.
Copyright information for DutSVVA