Ezekiel 16:33-34

33Men geeft loon aan alle hoeren; maar gij geeft uw loon aan al uw boelen, en gij beschenkt ze, opdat zij tot u van rondom zouden ingaan om uw hoererijen.
 Men geeft loon aan alle hoeren; Hebreeuws, zij geven; te weten de hoereerders.
,
 uw loon Te weten zowel in het bekomen en verkrijgen van de vreemde goden en de wijze om die te dienen, als om afgodische verbonden met de heidenen te maken.
,
 boelen, Hebreeuws, liefhebbers, of minnaars; alzo in het volgende.
,
 van rondom Dat is, van alle steden en landen.
,
 zouden ingaan Zie van deze manier van spreken Gen 6:4 .
,
 om uw hoererijen Dat is, om met u hoererij te bedrijven.
34Zo geschiedt met u in uw hoererijen het tegendeel van de vrouwen, dewijl men u niet naloopt, om te hoereren; want als gij hoerenloon geeft, en het hoerenloon u niet gegeven wordt; zo zijt gij tot een tegendeel geworden.
 het tegendeel Hebreeuws, omkering.
,
 van de vrouwen, Te weten die onkuis zijn en haar lichaam gemeen maken. Want zij begeren hoerenloon te ontvangen en niet te geven.
,
 dewijl men u niet naloopt, Hebreeuws, achter u om werd niet gehoereerd; dat is, dewijl u niemand vervolgt of naloopt om met u hoererij te bedrijven.
Copyright information for DutSVVA