‏ Ezekiel 18:6

6Niet eet op de bergen, en zijn ogen niet opheft tot de drekgoden van het huis Israëls; noch de huisvrouw zijns naasten verontreinigt, noch tot de afgezonderde vrouw nadert;
 eet op de bergen, Te weten van hetgeen den afgoden geofferd is, en vervolgens met de afgoderij gene gemeenschap heeft. Want op de bergen, gelijk ook in de bossen en onder de groene bomen, hadden zij hunne altaren, waarop zij den afgoden offeranden deden, 1Ki 11:7 ; Isa 65:7 ; Hos 4:13 ; van welke zij dan ook een deel aten en met hunne vrienden versmulden, Deu 32:38 ; Jdg 9:27 ; Psa 106:28 ; 1Co 8:1 , 1Co 8:4 , enz.
,
 tot de drekgoden Te weten om dien godsdienstige eer te bewijzen, overmits zij gemeenlijk in hoge plaatsen staan; alzo onder vs.15; het tegendeel is zijne ogen op te heffen tot God, die in den hemel is; Psa 123:1 .
,
 verontreinigt, Te weten door overspel. Zie deze manier van spreken, aldus vol gesteld, onder Eze 23:17 .
,
 de afgezonderde vrouw Dat is, die afgezonderd moest zijn van de bijslaping van haren man, als zij hare maandstonden had, op lijfstraf. Zie Lev 15:24 , en Lev 18:19 , en Lev 20:18 , met de aantekening.
,
 nadert; Te weten om die te bekennen. Zie Gen 20:4 .
Copyright information for DutSVVA