Ezekiel 19:7

7Hij bekende zijn weduwen, en hij verwoestte hun steden; zodat het land en zijn volheid ontzet werd van de stem zijner brulling.
 Hij bekende zijn weduwen, Dat is, had vleselijke gemeenschap met de weduwen dergenen, die hij ten onrechte vermoord en geweldiglijk verdrukt had; zie van het woord bekennen alzo genomen, Gen 4:1 . Anderen nemen het woord almenoth, hetwelk weduwen betekent, onder Eze 22:25 , voor armenoht; dat is paleizen, 2Ch 36:19 ; of verlaten paleizen, gelijk Isa 13:22 ; zie aldaar de aantekening en dat met dezen zin, dat Jojakim ook de goederen der mensen, ja der machtigen, die hij verdrukt had, aangetast en geroofd heeft, tot dien einde die beziende en kennis daarvan nemende.
,
 zijn volheid Dat is, dat hetzelve vervult, of dat daarin is; alzo Psa 24:1 ; Isa 6:3 , en onder Eze 32:15 .
,
 ontzet werd Of, woest en eenzaam.
,
 van de stem zijner brulling Dat is, van zijn tirannieke woeding en verwoesting.
Copyright information for DutSVVA