Ezekiel 2:1

1En Hij zeide tot mij: Mensenkind, sta op uw voeten, en Ik zal met u spreken.
 Hij zeide tot mij Te weten Hij, wiens stem hij gehoord had, boven Eze 1:28 ; welke zonder twijfel was die op den troon zat, Eze 1:26 .
,
 Mensenkind, Zo noemt hem de Heere, opdat hij zich niet verheffen zou door de uitnemende openbaring van het voorbeschreven hemels gezicht, maar veel meer vernederen door de bedenking zijner menselijke zwakheid. Ook diende deze naam den profeet tot vertroosting; alsof God zeide: Ik weet dat gij een zwak mens zijt, en daarom voor mijne majesteit vrezende, ja, dat gij ook ontsteld zult zijn door de verachtingen, die u van de Joden zullen wedervaren; maar zie op mij, die u beroep tot dit ambt, en niet op uzelven, die maar een zwak mens zijt.
,
 sta op uw voeten, Want de profeet lag nedergevallen op zijn aangezicht, verslagen door het vreeslijke gezicht, dat hem vertoond werd.
Copyright information for DutSVVA