Ezekiel 2:8

8Doch gij, mensenkind, hoor hetgeen Ik tot u spreek; wees gij niet wederspannig, gelijk dat wederspannig huis; open uw mond, en eet, wat Ik u geef.
 eet, wat Ik u geef Met dit teken wordt Ezechiël het profetisch ambt overgegeven, en belast de openbaring Gods niet alleen gaarne te horen, maar ook naarstiglijk te overleggen en getrouwelijk uit te richten. Alzo zijn ook andere mannen Gods door zekere tekenen in hun ambt ingesteld en bevestigd geweest; zie Exo 4:2-4 ; Isa 6:6-7 ; Jer 1:9 ; Rev 10:8-10 .
Copyright information for DutSVVA