Ezekiel 23:43

43Toen zeide Ik van deze, die van overspelerijen verouderd was: Nu zullen zij hoereren de hoererijen dezer hoer, en die ook.
 zeide Ik van deze, Dat is, Ik dacht; menselijk gesproken, om de ongetemde boosheid van het volk uit te drukken.
,
 verouderd was Of, versleten. Dit kan men duiden op Ohola, als welker hoererij al onder Jerobeam, na Salomo's dood, begonnen was; of van Oholiba, die het langst in haar land gebleven is, of van elk dezer beide. Anders: en Ik zeide deze oude [hare] overspelerijen aan; dat is, Ik bestrafte haar daarover door mijne profeten, doch tevergeefs, gelijk volgt.
,
 Nu zullen zij hoereren Alsof de Heere zeide: Nu schijnt dat, niettegenstaande haren ouderdom, hare hoererij opnieuw weder beginnen zal. Anders: nu zullen zij de hoererijen dezer [hoeren] uithoereren, en zij zelf [ook]; dat is, nu zullen zij immers eens moede worden en ophouden, zo die van buiten komen om met deze hoeren te hoereren, als deze hoeren zelf; maar neen, het tegendeel is gebleken. Anders: [dat] zij nu met deze, dan met die hoereren. Deze woorden worden, vanwege de kortheid, verscheidenlijk overgezet.
,
 en die ook Of, en [ook] der andere. Het zal nu weder aangaan. Of, gelijk anderen, het zal eens ophouden met deze beide.
Copyright information for DutSVVA