Ezekiel 23:8

8Zij verliet ook haar hoererijen niet, gebracht uit Egypte; want zij hadden bij haar in haar jeugd gelegen, en zij hadden de tepelen haars maagdoms betast, en zij hadden hun hoererij over haar uitgestort.
 Egypte; Gelijk boven vs.3. Men kan dit voornamelijk duiden op de afgoderij van de gouden kalven, eerst in de woestijn, daarna te Dan en Bethel opgericht, en op de verbonden, met Egypte gemaakt; zie 2Ki 17:4 .
,
 betast, Gelijk boven vs.3.
Copyright information for DutSVVA