Ezekiel 26:17

17En zij zullen een klaaglied over u opheffen, en tot u zeggen: Hoe zijt gij uit de zeeën vergaan, gij welbewoonde, gij beroemde stad, die sterk geweest is ter zee, zij en haar inwoners; die hunlieder schrik gaven aan allen, die in haar woonden!
 Hoe zijt gij Eene vraag, die voortkwam uit verwondering en deernis.
,
  uit de zeeën vergaan, Waar gij rondom in laagt, vergelijk onder Eze 27:3-4 . Anders: gij die bewoond waart van de zeeën; dat is, zeevarend volk, handelaars, die van over zee kwamen, om in u te wonen; dat is, een langen tijd, hun handelshalve, in u te verkeren; vergelijk Act 2:5 ; Jam 4:13 , en hier in het einde van vs.17; woonden, dat is lang verkeerden, naar de wijze der kooplieden, handelsreizigers, enz.
,
 woonden Dat is, die met haar uitnemende macht, pracht en heerlijkheid een schrik aanjaagden allen dengenen, die bij haar van andere plaatsen kwamen verkeren; vergelijk Isa 23:8 , en onder Eze 32:23 , enz.
Copyright information for DutSVVA