Ezekiel 28:13

13Gij waart in Eden, Gods hof; alle kostelijk gesteente was uw deksel, sardisstenen, topazen en diamanten, turkooizen, sardonixstenen en jaspisstenen, saffieren, robijnen, en smaragden, en goud; het werk uwer trommelen en uwer pijpen was bij u; ten dage als gij geschapen werdt, waren zij bereid.
 waart in Eden, Woondet en hieldt hof in een uitermate pleizierige plaats, als in een lusthof of paradijs. Zie Gen 2:8 , en Gen 13:10 , en onder Eze 31:8-9 , en Eze 36:35 .
,
 alle kostelijk gesteente Dat is, allerlei.
,
 deksel, Dat is, uwe klederen waren daarmede alzo versierd, alsof gij met enkel kostelijk gesteente gekleed waart.
,
 sardisstenen, Of, robijnen.
,
 diamanten, Of, arbonkelen.
,
 sardonixstenen Zie Gen 2:12 .
,
 robijnen, Of, karbonkelen.
,
 het werk uwer trommelen Van kindsbeen aan hebt gij in alle vrolijkheid en dartelheid geleefd; men heeft u alle pleizier en sier aangedaan, waartoe het trommelende, pijpenwerk diende.
,
 geschapen werdt, Dat is, geboren, en door Gods almacht, goedheid en wijsheid uit moeders lichaam eerst tevoorschijn werd gebracht. Vergelijk Gen 1:1 . Alzo vs.15, en boven Eze 21:30 .
Copyright information for DutSVVA