Ezekiel 28:2
2Mensenkind! zeg tot den vorst van Tyrus: Zo zegt de Heere Heere: Omdat uw hart zich verheft en zegt: Ik ben God, ik zit in Godes stoel, in het hart der zeeën! daar gij een mens en geen God zijt, stelt gij nochtans uw hart, als Gods hart. ▼ , ▼▼ zegt Of, gij gezegd hebt, of zegt; te weten bij uzelven, dat is denkt, maakt u wijs.
,
▼▼ god, U toeëigenende de wijsheid, macht en majesteit, die den enigen waren God alleen toekomt.
,
▼▼ stoel, Als in een hemelrijk, waar mij geen vijand kon deren, noch enige heerlijkheid ontbreekt.
,
▼
,
▼▼ stelt gij nochtans uw hart, Gij vergelijkt u met wijsheid, enz. met God.
Copyright information for
DutSVVA