Ezekiel 3:8-9

8Ziet, Ik heb uw aangezicht stijf gemaakt tegen hun aangezichten, en uw voorhoofd stijf tegen hun voorhoofd.
 stijf gemaakt Versta, ene stijfte, voortkomende niet uit de verkeerde natuur, die in een wrevelig gemoed bestaat en zich vertoont in een onbeschaamd aangezicht, maar uit Christus' Geest, bestaande in een vast vertrouwen op Gods genadige hulp, verenigd met wakkerheid in het werk en kloekmoedigheid in het uiterlijk gelaat.
9Uw voorhoofd heb Ik gemaakt als een diamant, harder dan een rots; vrees hen niet, en ontzet u niet voor hun aangezichten, omdat zij een wederspannig huis zijn.
 diamant, Zie van het Hebreeuwse woord schamir, hetwelk velen diamant overzetten; Jer 17:1 .
,
 omdat zij een wederspannig huis zijn De Heere geeft reden, waarom Hij zijnen profeet met sterkte voorzien had, opdat hij niet zou vrezen, te weten omdat hij met een zeer moedwillig volk te doen had, hetwelk met een onversaagde kloekmoedigheid bejegend moest worden. Anders: hoewel zij een wederspannig huis zijn. Alzo zou de reden uitgedrukt zijn, waarom de profeet zich zou mogen ontsteld vinden. Hebreeuws, een huis der wederspannigheid; alzo in het volgende.
Copyright information for DutSVVA