Ezekiel 30:24-25

24En Ik zal de armen des konings van Babel sterken, en Mijn zwaard in zijn hand geven; maar Farao’s armen zal Ik verbreken, dat hij voor zijn aangezicht zal kermen, gelijk een dodelijk verwonde kermt.
 Mijn zwaard in zijn hand geven; Gelijk boven Eze 21:9 , en hier in vs.25, en onder Eze 32:10 ; zie Jer 47:6 .
,
 kermen, Of, zuchten, huilen, stenen voor het aangezicht van den koning van Babel; zie van het Hebreeuwse woord Job 24:12 .
,
 gelijk een dodelijk verwonde kermt Hebreeuws, zal kermen de kermingen, of zuchtingen, van een dodelijke verwonde; vergelijk boven Eze 26:15 .
25Ja, Ik zal de armen des konings van Babel sterken, maar Farao’s armen zullen daarhenen vallen; en zij zullen weten, dat Ik de Heere ben, als Ik Mijn zwaard in de hand des konings van Babel zal hebben gegeven, en hij datzelve over Egypteland zal hebben uitgestrekt.
 daarhenen vallen; Al zijn macht en moed zal hem begeven.
Copyright information for DutSVVA