Ezekiel 32:2
2Mensenkind! hef een klaaglied op over Farao, den koning van Egypte, en zeg tot hem: Gij waart een jongen leeuw onder de heidenen gelijk; en gij waart als een zeedraak in de zeeën, en braakt voort in uw rivieren, en beroerdet het water met uw voeten, en vermodderdet hunlieder rivieren. ▼▼ klaaglied op over Faraö, Gelijk onder vs.16.
,
▼
,
▼
,
▼
,
▼▼ braakt voort Gij deedt u hiervoor en snoefdet met uw koninkrijk als zijnde machtig en rijk door goede gelegenheid van wateren.
,
▼▼ in uw rivieren, Of, met.
,
▼▼ beroerdet het water Of, vertraptet het water, te weten van andere volken; dat is, hun land en handelingen, gij hebt u overal in gestoken, en andere volken beroerd, die opruiende tot rebellie, en hen daarin stijvende.
Copyright information for
DutSVVA