‏ Ezekiel 32:2

2Mensenkind! hef een klaaglied op over Farao, den koning van Egypte, en zeg tot hem: Gij waart een jongen leeuw onder de heidenen gelijk; en gij waart als een zeedraak in de zeeën, en braakt voort in uw rivieren, en beroerdet het water met uw voeten, en vermodderdet hunlieder rivieren.
  klaaglied op over Faraö, Gelijk onder vs.16.
,
 waart een jongen leeuw Eer uwe macht verminderd was; zie boven Eze 30:21 .
,
 onder de heidenen Hebreeuws, der heidenen, of natiën, dat is, gij waart onder of tegen hen als een jonge leeuw, fier en wreed. Vergelijk boven Eze 19:2 , enz.
,
  zeedraak in de zeeën, Gelijk boven Eze 29:3 ; dat is, gij waart wreed, vreselijk en woelende te land en te water.
,
 braakt voort Gij deedt u hiervoor en snoefdet met uw koninkrijk als zijnde machtig en rijk door goede gelegenheid van wateren.
,
 in uw rivieren, Of, met.
,
 beroerdet het water Of, vertraptet het water, te weten van andere volken; dat is, hun land en handelingen, gij hebt u overal in gestoken, en andere volken beroerd, die opruiende tot rebellie, en hen daarin stijvende.
Copyright information for DutSVVA