Ezekiel 34:23-24

23En Ik zal een enigen Herder over hen verwekken, en Hij zal hen weiden, namelijk Mijn knecht David; die zal ze weiden, en Die zal hun tot een Herder zijn.
 knecht David; Den Messias, onzen Heere Jezus Christus, Davids Zoon naar het vlees, en des Vaders knecht naar zijn Middelaarsambt. Zie Isa 42:1 , en wijders 2Sa 22:51 ; Jer 23:5 , en Jer 30:9 , en vergelijk Isa 40:11 , onder Eze 37:24 ; Joh 10:11 , enz.; Heb 13:20 ; 1Pe 2:25 , en 1Pe 5:4 .
24En Ik, de Heere, zal hun tot een God zijn; en Mijn knecht David zal Vorst zijn in het midden van hen, Ik, de Heere, heb het gesproken.
 God zijn; Dat is, Heiland. Zie Gen 17:7 ; Lev 18:2 , en dat door zijnen Zoon, dien Hij ons tot een profeet, priester en koning gegeven heeft.
,
 Vorst zijn Of, prins. Vergelijk Jos 5:14-15 ; Isa 9:5 ; Act 5:31 .
,
 midden van hen, Vergelijk Mat 18:20 , en Mat 28:20 ; Rev 1:13 .
Copyright information for DutSVVA